persoonlijk

Dagboek van een kattenvrouwtje

Ik heb mezelf nooit heel impulsief gevonden. Ik ben altijd meer een denker dan een doener geweest en heb eerder last van keuzestress dan van impulsaankopen. Tenminste, dat dacht ik. Ik ben veranderd, merkte ik vijf weken geleden. Op maandag 30 maart zag ik op Facebook een post van een oud-klasgenoot. Ze had tijdelijk een zwerfkatje opgevangen, maar kon het helaas niet houden. Via dit bericht hoopte ze een nieuw huis te vinden voor de poes. Lang verhaal kort: op woensdag 1 april had ik een kat.

Ze heet Fela. Die naam heb ik gestolen uit The Name of the Wind, al realiseerde ik me dat pas later. Het klonk lief, vond ik. Haar bijnaam is Tippy-Tapper vanwege het trippelende geluid dat ze maakt als ze loopt, of Ronker-Chonker, want ze spint heel hard en is iets te dik. Soms noem ik haar Monster. Mijn vriend wilde haar Corona noemen, maar dat idee heb ik de kop ingedrukt.

Het zou fantastisch worden, want ik had altijd al een kat gewild. Ik zou met haar spelen en knuffelen, ze zou op schoot komen liggen als ik aan het lezen was en naast me zitten terwijl ik werkte. Het ging iets anders dan ik me had voorgesteld, want zo gaat dat in het leven. Dat bestaat nu eenmaal niet alleen maar uit cactuskoekjes en Peanut Butter Cups. In de categorie ‘omgaan met teleurstellingen’ presenteer ik jullie: het dagboek van een kattenvrouwtje.

Fela, alias Tippy-Tapper, alias Ronker-Chonker, alias Monster.

Woensdag 1 april
Het is pas half negen ’s avonds en ik ben kapot. De poes-zonder-naam ligt naast me op de bank. Ik probeer niet in slaap te vallen. Ze is er! Ze is thuis! Na een uitgebreide verkenningsronde heeft ze besloten dat de bank het comfortabelst is. Op de tweede plaats staat het kleed. Ze is zo lief. Ze voelt zich al thuis, volgens mij. Ze komt nog niet op schoot, maar wil af en toe wel graag geknuffeld worden. Ze ligt nu al een tijdje bij mijn voeten te slapen.

Donderdag 2 april
Ik heb vandaag expres eerder de wekker gezet, zodat ik mijn lessen kan voorbereiden. Daar is gisteren niks meer van gekomen. Ik moet zo echt aan de slag. De halve ochtend is opgegaan aan het inventariseren van de schade (damage report: ze heeft niet op het kleed gepoept, goddank, en de gordijnen leven ook nog) en, natuurlijk, knuffelen met de kat!

Vrijdag 3 april
Ik weet niet wie er meer van slag is van dit hele gebeuren, de kat of ik, haha. Ik maak me veel te druk en ben de afgelopen paar dagen uitgeput. Gisteren was ik de hele dag een emotioneel wrak. Tranen van blijdschap, dat wel.

Een klein dingetje: gisteravond was ze rusteloos en hard miauwend door de kamer aan het ijsberen. Wat betekenen al die miauws? Wat als ze graag naar buiten wil? Dat wordt lastig in ons appartement… We denken dat ze krols is. Dan moet ze dus nog gesteriliseerd worden. Vandaag ga ik maar even bellen met de dierenarts.

Maandag 6 april
Gisteravond en vanmorgen was ik weer in tranen, maar nu niet van blijdschap. Avond aan avond zit ze klagelijk miauwend op de vensterbank. Ze krabt met haar pootjes aan het raam en de radiator. Het wordt steeds erger. Wat moeten we hier nou mee? Ze heeft voer en water, we hebben speeltjes voor haar gekocht en een krabpaal, ze kan zoveel aandacht krijgen als ze wil. Het heeft geen zin. Ze blijft janken, uren achter elkaar.

Het liefste monster ooit.

Dinsdag 7 april
Ik durf het bijna niet op te schrijven, maar ik ben bang dat we een fout hebben gemaakt. Gisteren zei mijn vriend het toen we in bed lagen. Ik heb gedacht: hadden we die kat maar nooit meegenomen. En eerlijk gezegd heeft dat ook al door mijn hoofd gespookt.

Woensdag 8 april
Ken je die passage uit Catching Fire, deel twee van The Hunger Games, als Katniss in de arena zit en de schreeuwende stemmen van haar geliefden worden gebruikt om haar geestelijk te martelen? Zo voel ik me de afgelopen dagen.

Gisteren hebben we maatregelen getroffen (je kunt ook zeggen: ons laten verjagen naar de slaapkamer) en Fela in de woonkamer gelaten terwijl wij op bed gingen lezen. Toen was ze stil.

Er kleeft echter een klein nadeel aan deze tactiek: alle klaagzangen die ze ’s avonds heeft ingehouden, moeten er de volgende ochtend nog wel uit. Gevolg: tijdens de Google Meets met mijn klassen had ik een kat als gastspreker.

Vrijdag 10 april
Het houdt niet op, niet vanzelf… Ik hoop nog steeds dat ze krols is en dat de sterilisatie een wonder volbrengt. Ik moet er niet aan denken om haar weg te doen, maar op deze manier is de situatie niet houdbaar. Of we lazeren binnenkort die kat van het balkon, of mijn vriend en ik krijgen knallende ruzie omdat we allebei geen rust meer hebben, of ik barst in huilen uit als ik aan het lesgeven ben – of alledrie.

Zondag 12 april
Het is toch eigenlijk ook belachelijk. De hele wereld verkeert in totale chaos vanwege een pandemie en ik schrijf alleen maar over mijn kat, haha.

Woensdag 15 april
Fela is gesteriliseerd vandaag. Ze kwam helemaal suf weer thuis, nog onder invloed van de verdoving. Arm beest. Ze heeft al niet zo’n fantastisch evenwichtsgevoel (af en toe valt ze van de bankleuning), maar nu kan ze niet eens meer recht lopen. Hopelijk herstelt ze snel.

De tekening die mijn zusje maakte van Fela.

Zondag 19 april
En of ze is hersteld. Fela is inmiddels weer op volle kracht aan het miauwen. Komende zaterdag gaan we met haar naar de dierenarts. Hopelijk kunnen zij ons helpen.

Maandag 27 april
Zes weken. Zolang duurt het meestal voordat katten gewend zijn aan een nieuw huis, zei de dierenarts. Inmiddels zijn we over de helft. De arts heeft een kalmerend middel meegegeven dat is bedoeld voor katten die een moeilijke periode doormaken, zoals een verhuizing. Nog even volhouden. Fingers crossed.

Vandaag
De zes weken zitten er bijna op. Nog steeds is Fela vaak onrustig en zit ze miauwend en krabbend bij het raam. Wel blijven haar buien beperkt tot de avonduren. Dat lijkt vooruitgang, maar ik weet niet meer zeker of het nou echt beter gaat of niet – misschien begin ik gewoon aan de nieuwe situatie te wennen. We wachten het nog even af. Is dat verstandig? Ik weet het niet. Hoe langer ze bij ons is, hoe moeilijker het afscheid zal zijn, mocht het toch zover komen. Ik heb het idee dat Fela op me gesteld is en niet alleen maar omdat ik haar brokjes geef. Maar misschien projecteer ik nu mijn eigen gevoelens op de kat, dat kan ook. Ik ben al zo aan haar gehecht.

Dat maakt het juist zo moeilijk. Als ze een horrorkat was geweest was er nu geen dilemma. Maar hoewel ze soms een furie op pootjes lijkt, is ze bovenal ontzettend lief. Ze is heel sociaal en wordt graag geknuffeld (als het haar uitkomt, dat wel). Spelen gaat steeds beter. De eerste paar keren bleef ze onverschillig op de grond liggen, graaiend met haar pootjes in een halfslachtige poging de veer te pakken te krijgen die ik voor haar neus hield. Nu springt ze er vrolijk achteraan.

Hoe nu verder? Ik weet het nog niet. Nu ik dit schrijf ligt Fela naast me op de bank te slapen en is er niets aan de hand. Always look on the bright side of life, zong Monty Python al in 1979. Zij zullen het wel weten. Wat de toekomst brengt, weet ik niet. Maar nu heb ik een kat. Ze is dan misschien wel een monster, maar ze is het liefste monster ooit.

Lees ook deel 2: ze blijft!

Getagd , ,

Over Kirsten

Kirsten | Kers | docent | classica | scare actor | bookdragon | amateur-musicalactrice | schakelbrommerrijder | chocoladeliefhebber | Dungeons and Dragons-nerd | kattenmens | fan van lijstjes | controlfreak |
Bekijk alle berichten van Kirsten →

5 gedachten over “Dagboek van een kattenvrouwtje

  1. Pingback: Coronacoping

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *