persoonlijk

Moe, moeër, moest: een overspannen Kers(t)

En toen was het december. Sterker nog: het is bijna 2023. Het is eínd december. En wat is het een vreemde decembermaand geweest.

Het is nu net een week kerstvakantie, maar ik zit al weken thuis. Vanaf eind november, om precies te zijn.

Moe, moeër, moest

Oktober stond in het teken van de Halloween Spooky Days: zwaardvechten als piraat, theeliedjes zingen met de Mad Hatter als Alice in Wonderland en bezoekers keihard laten schrikken met mijn schep als grafdelver in Ghostly Graveyard. Het was fantastisch én ontzettend vermoeiend.

Toen kwam november, met als hoogtepunt de Romereis. Ik zag er als een berg (of zeven heuvels) tegenop. De week ervoor heb ik zelfs een paar keer huilend onder de douche gestaan, omdat ik geen flauw idee had hoe ik me erdoorheen moest slepen. Ik was zó moe. De hele dag door een drukke stad marcheren met vijfenveertig pubers op sleeptouw; ’s avonds haastig de rondleidingen voorbereiden voor de volgende dag (want daar had ik van tevoren natuurlijk geen tijd voor gehad): hoe dan?

Het werd een memorabele reis. Op een goede manier! Niet zoals de reis waarbij leerlingen de wc van het hotel hadden laten overstromen, of die keer dat een leerling zijn boarding pass kwijtraakte vlak voordat we het vliegtuig in moesten. Ik was vergeten hoe prachtig de Eeuwige Stad is. Ik heb een hoop lol gehad met mijn geweldige leerlingen, die grappig waren, nieuwsgierig en gemotiveerd. Zelfs toen we tijdens een gigantische regenbui wegspoelden op het Forum Romanum heb ik niemand horen klagen. Mijn collega’s waren niet alleen een grote steun, maar ook ontzettend gezellig gezelschap.

Wel was ik doodop toen ik terug kwam. Ik moest uitrusten, dus ik meldde me een dag ziek. En daarna nog een dag. Die dag werd een week. De week werd een maand. En toen was het eind december.

Hordelopen zonder finish (met een veel te hoge lat)

De afgelopen maanden voelde ik me alsof ik aan het hordelopen was terwijl de finish zich constant verplaatste. Was ik net een horde over, kwam er weer een bij. Zo frustrerend! Soms lukte het me net om over de horde te springen, soms liep ik hem omver.

Ontspannen lukte niet meer. Mijn hart roffelde mijn borstkas uit, mijn ademhaling kreeg ik nauwelijks onder controle, de spieren in mijn schouders en nek waren net staalkabels. Ik was onrustig, somber, snel overprikkeld. Ontevreden over mijn werk (niet goed genoeg), maar ook over het huishouden (niet goed genoeg), over mijn hobby’s (niet goed genoeg) en over het feit dat ik de hele tijd zo moe en chagrijnig was (niet goed genoeg!). Op mijn werk deed ik alsof er niets aan de hand was, maar thuis stortte ik in.

Al voor de Romereis was ik bij een psycholoog geweest. Zelf merkte ik inmiddels ook dat ik iets moest met dat gejaagde gevoel. Toch was na die afspraak nog niet doorgedrongen wat ze me duidelijk wilde maken: ik ben overspannen.

Ticking the boxes

Ik ben niet overspannen, maar gewoon moe, vond ik. Ik ga gewoon een weekje uitrusten, dacht ik. Daarna ga ik gewoon weer aan het werk, vertelde ik mezelf. Maar het werd maandagochtend en ik raakte in paniek. “Het lúkt gewoon niet meer,” snotterde ik tegen mijn vriend.
“Weet je zeker dat je niet overspannen bent?” vroeg hij.

Ik had mezelf verteld dat overspannenheid een punt in de verte was, ergens aan de horizon. Als ik zo door zou gaan, tja, dán zou ik dat punt misschien bereiken. Maar ik had nu toch een week uitgerust? Na die week stelde ik mijn beeld bij: het was misschien geen punt in de verte, maar een punt ergens op een schaal van ‘ontspannen’ tot ‘burn-out’. Ik was dichterbij dat punt dan ik wilde erkennen, durfde ik inmiddels toe te geven, maar ik was nog altijd op een veilige afstand.

Tot ik het lijstje met symptomen nog eens doorlas en me realiseerde: ik hoef niet álle boxes te ticken. Overspannenheid is een geheel van allerlei symptomen waarvan ik er genoeg heb om het zo te kunnen noemen.

In de woorden van Geralt: Hmm. Fuck.

Full disclosure: ik heb The Witcher dus niet gekeken. Wel gespeeld, dus ik vind dat ik dan ook de memes mag delen. Bovendien: Henry Cavill. Dat is eigenlijk al genoeg excuus.

Overspanning: de ingrediënten

Men neme:

  • een dosis perfectionisme en faalangst
  • de werkdruk in het onderwijs
  • een volle agenda

en voilà! Mix ze door elkaar, negeer de boel bij enig protest en kijk toe hoe het bubbelende beslag uit de cakevorm druipt en de oven in de fik zet.

Dat de werkdruk in het onderwijs en mijn perfectionisme geen match made in heaven zijn, weet ik al jaren. Niet voor niks vroeg ik me tijdens mijn eerste stage op een middelbare school af of ik niet beter een alpacaboerderij kon beginnen of me zou omscholen tot astronaut. Elke les die ik moest geven voelde als een examen. Daar moet ik maar even doorheen, dacht ik. Pas na een paar jaar ontdekte ik dat lesgeven ook leuk is.

Struisvogelstrategie

Nog steeds heb ik af en toe een periode waarin de stress me te veel wordt. Dat ligt niet alleen aan mijn baan: ook tijdens mijn studie, in mijn eigen middelbare schooltijd en zelfs op de basisschool (hoofdrekenen onder tijdsdruk, anyone?) had ik er last van. Mijn strategie om daarmee om te gaan? Die heb ik niet. Ik steek mijn vingers in mijn oren en zing heel hard LALALA. Ik heb een mental breakdown. Ik doe alsof er niks aan de hand is en werk net zo hard door. Vanzelf gaat het over.

Behalve dat het natuurlijk helemaal niet over gaat. Ik steek m’n kop in het zand en noem dat coping. En eerlijk is eerlijk, mijn struisvogeltactiek werkte best prima.

Tot een maand geleden. Het cliché is waar: het moment van instorten komt onverwacht, terwijl je nog de illusie van controle hebt.

Is er ook een stappenplan? (Ik vraag dit voor een controlfreak)

Voor het herstellen van overspanning is er helaas geen stappenplan. Geen checklist die ik netjes kan volgen, geen lijstjes die ik kan afvinken waarna alles weer normaal is. Er zijn wel drie fasen. Ik zit nu in fase één: ontspannen en rust zoeken. En dat is verdomd lastig.

Allereerst blijft acceptatie een dingetje. Als iemand me beterschap wenst, is het eerste wat ik denk: “Ja da-hag, wacht eens even, ik ben helemaal niet ziek!” Een andere terugkerende uitspraak (vaak op chagrijnige toon als mijn vriend vraagt of het wel verstandig is als ik ‘nog even’ dit of dat doe): “Ik ben overspannen, niet gehandicapt.” Maar helaas kan ik inmiddels niet meer ontkennen dat er wel echt iets aan de hand is.

Pas nu ik thuis zit, merk ik hoe moe ik eigenlijk ben. De eerste weken sliep ik elke nacht elf of twaalf uur. Nog werd ik niet uitgeslapen wakker. Inmiddels voel ik me uitgeruster, maar ik heb nog steeds weinig energie. Als ik met m’n ouders en zusje ga lunchen, is dat het enige wat ik doe op een dag. ’s Avonds kerst vieren bij mijn schoonouders? Dan houd ik daarvoor rust, anders ben ik daarna kapot. Het is ongelofelijk frustrerend, want mijn hoofd wil alles, maar mijn lijf kan niet zo veel. Bovendien draait de rest van de wereld door en ik sta daarbuiten. Af en toe is dat behoorlijk vervreemdend.

Heb ik de aanstelleritis?

Ik ben bang dat anderen me een aansteller vinden. Dat vond ik de eerste weken namelijk ook.
Ja maar, iedereen heeft het druk.
Ja maar, iedereen werkt hard.
Ja maar, iedereen is moe.
Inmiddels mag ik van mezelf vinden dat de afgelopen jaren op hun eigen manier best druk en vermoeiend zijn geweest. In 2019 studeerde ik af, kreeg ik een aanstelling bij mijn huidige school en stond ik voor het eerst vier dagen voor de klas. In de eerste weken van het nieuwe schooljaar kochten Mees en ik ons eerste huis. In december gingen we samenwonen. Nog geen halfjaar later zaten we plotseling middenin een coronapandemie, die zo lang zou duren dat ik tot nu toe nog geen volledig schooljaar heb gedraaid zonder coronamaatregelen. Afgelopen mei verhuisde ik opnieuw en weer moest er geklust worden.

Ondertussen begon ik een blog, werd ik recensent, nam ik zangles, sprak ik luisterboeken in, leerde brommerrijden, speelde in Een Midzomernachtsdroom en Oberon, deed mee aan de Spooky Days, ontdekte fantasyfestivals en, spoiler alert: haalde (vorige week!) mijn motorrijbewijs (HYPE). Onder andere.

Ja, er zijn mensen met een agenda die nog véél voller is dan de mijne. Ja, mijn agenda staat tenminste vol me allemaal hele leuke dingen. Maar: “Ook leuke dingen kunnen te veel zijn,” aldus mijn moeder. En daar heeft ze gelijk in. Ik ben heel slecht in het herkennen, erkennen en aangeven van mijn eigen grenzen. En dan komt er een moment waarop álles te veel wordt – leuk of niet.

Overspannen ≠ depressief

Toen ik besefte dat ik in aanmerking kwam voor het label ‘overspannen’, voelde dat in eerste instantie niet als een diagnose maar als een vonnis. Word ik nou gestraft omdat ik hard werk? Pff.

In de eerste weken thuis had ik geen idee wat ik met mezelf aan moest. Ik ging wassen draaien, stofzuigen en de badkamer schoonmaken, want dan was ik in ieder geval nuttig bezig. Ontspannen? Dat voelde als spijbelen. Pas toen mijn psycholoog én mijn leidinggevende zeiden dat ik vooral rust moest nemen, leuke dingen moest doen en moest genieten, drong tot me door dat ‘overspannen’ niet hetzelfde is als ‘depressief’.

‘Overspannen’ is geen synoniem van ‘afzien’. Het betekent niet dat ik de hele dag apathisch op de bank moet hangen. Het betekent dat ik manieren moet vinden om tot rust te komen, dat ik moet ontdekken wat voor mij ontspannend is, dingen moet doen waardoor mijn lichaam uit de stress-stand kan.

Ik moet gewoon beter mijn best doen

Dat is moeilijker dan ik dacht. Sommige activiteiten met het label ‘ontspannend’ werken niet zo voor mij. Mediteren, bijvoorbeeld. Als ik dat probeer, word ik continu geconfronteerd met het feit dat er nog heel veel spanning in m’n lijf zit. Ik zit niet lekker, ik krijg mijn ademhaling niet onder controle. En het enige wat ik denk is: ik moet ontspannen. Ik moet dit kunnen. Harder mijn best doen dan maar. Aaargh. Het lukt niet. Ik ben echt veel te gespannen. Ik kan dit niet.

Mijn psycholoog: “Je hoeft helemaal niet te mediteren, hoor. Je zegt dat je het moet kunnen, maar van wie? Heb je er wel eens over nagedacht dat mediteren gewoon niet bij je past?”

Oh ja.

Waar ging het ook alweer om? Juist, dat ik zou ontspannen.

Inmiddels heb ik gelukkig een paar manieren gevonden waarop dat lukt. In bad gaan, bijvoorbeeld. Lekker lezen op de bank. K3: een jaar later kijken (guily pleasure). Lunchen met mijn ouders en zusje. Boterkoek bakken. Uit eten met Mees. M’n nagels lakken. In het gezelschap zijn van goede vrienden.

Thuiszitten is niet alleen meer frustrerend, maar ook een opluchting: ik hoef even niks en dat is precies wat ik nodig heb.

Ups en downs

Langzaam gaat het iets beter. Ik ben niet meer zo uitgeput als een paar weken geleden. Ik ben vaker ontspannen: dan hoef ik niet meer naar lucht te happen omdat mijn ademhaling ontregeld is, of merk ik dat mijn hartslag een normaal tempo heeft gevonden.

En ik geniet! Het was heerlijk om eindelijk weer eens te shoppen (warme winkels, zachte kerstmuziek, vriendelijke mensen en nieuwe glitterjurkjes), om kerst te vieren bij mijn ouders en te gourmetten met mijn schoonfamilie, om de extended editions van de Lord of the Rings-films te kijken in het sfeervolle licht van de kerstboom. Het weekend na de Romereis heb ik opgetreden met mijn zusje, een collega kwam de vrijdag voor de kerstvakantie een envelop afleveren vol lieve kaarten van leerlingen, en ik heb mijn motorrijbewijs gehaald (daarover later meer, denk ik)! Het zijn allemaal momenten die ik koester.

En ja, soms is het ongelofelijk frustrerend. Herstellen is een lang en langzaam proces.

Het gaat met ups en downs: het ene moment ben ik dolgelukkig terwijl ik een wandeling maak in de zon, het volgende moment hang ik huilend op de bank omdat het me niet lukt om ontspannen een boek te lezen.

Maar ik weet altijd: het komt weer goed. “Je komt er beter uit,” heb ik nu een paar keer gehoord. En dat geloof ik graag. Work in progress: een nieuwe versie van mezelf die grenzen aanvoelt en aangeeft. Een versie die weer weet hoe het voelt om écht te ontspannen.

Op naar Kers 2.0 in 2023!

Even wat motorfietsen proefzitten!
Getagd , , , , , , ,

Over Kirsten

Kirsten | Kers | docent | classica | scare actor | bookdragon | amateur-musicalactrice | schakelbrommerrijder | chocoladeliefhebber | Dungeons and Dragons-nerd | kattenmens | fan van lijstjes | controlfreak |
Bekijk alle berichten van Kirsten →

3 gedachten over “Moe, moeër, moest: een overspannen Kers(t)

  1. Wat zijn wij toch ongelofelijk trots op jou 😘. En zo lief dat jij ons benoemd in jouw blog. We zijn heel blij voor jou dat je langzaam aan de rust weer terug vind, en meer en meer kan ontspannen. Stapje voor stapje. En dat jij zo mooi in jouw blog beschrijft hoe de situatie voor jouw was en waar jij nu staat vinden wij zo knap. Daar hebben wij veel bewondering voor. Lieve Kirsten, we houden van jou.😘😘😘En laten we de lunch erin houden, wij zijn voor❤️Liefs pap en mam ❤️

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *