persoonlijk

Ode aan burgerlijkheid (en Bastognekoeken)

Ik geloof dat ik het toppunt van burgerlijkheid heb bereikt. Dat realiseerde ik me toen ik gisteren als een klein kind tijdens Sinterklaas op en neer sprong en verrukt in mijn handen klapte… vanwege mijn nieuwe wasdroger. Als het nog niet duidelijk was, is dat het nu wel: ik ben nog burgerlijker dan een ANWB-echtpaar met matchende fleecevesten, afritsbroeken en wandelschoenen van Human Nature. (Ik heb niks tegen de ANWB trouwens. Ik heb daar zelfs pas een jas gekocht. Waterdicht en temperatuurregulerend, met een zakje op de mouw waar een reflecterende band in zit. Niet zo sexy, maar geweldig voor op de brommer! Oh god. Ik besef nu dat ik – in m’n eentje – een ANWB-echtpaar bén.)

Ik ben nooit een rebellerende puber geweest of losbandige tiener. Mijn studentenfeestleven – drankjes en dansjes en bij het ochtendgloren je bed in – heeft welgeteld één week geduurd, want dat was tijdens de EL CID. Tijdens de introductietijd van de Universiteit Leiden heb ik het prima naar m’n zin gehad. Voor het eerst in mijn leven heb ik gewindsurft en mijn gezicht ingesmeerd met glow-in-the-dark verf. Elke avond stond ik bij een andere studentenvereniging op de dansvloer. Ik ging de informatiekraampjes stuk voor stuk af om zonnebrillen te bemachtigen in alle kleuren van de regenboog. (Nou nou, wild hoor.) Het was een fantastische start van mijn studententijd. Maar hoe leuk die week ook was, ik wist dat het verenigingsleven en ik niet goed bij elkaar passen. Ik houd wel van een dansje, maar ik houd nog meer van mijn bed, bank en boeken. Cocktails zijn best prima, maar warme chocolademelk met slagroom is honderd keer beter. Jawel, ik ben altijd al braaf en burgerlijk geweest.

Inmiddels kan ik een hoop vakjes aankruisen op de ‘huisje, boompje, beestje’-bingokaart. Een eigen huis (inclusief de verrassingen die daarbij horen): check. Een hoop planten die ik regelmatig vergeet water te geven: check. Een kat (die ik overigens wel braaf elke ochtend water geef): check. Hetzelfde geldt voor de vakjes ‘blij worden van microvezeldoekjes met een leuk printje’ en ‘trotse eigenaar zijn van een Swiffer Duster’.

Deze clip van Klikbeet vat het aardig samen:

Ik ben niet zomaar een ANWB-echtpaar, ik ben Judith en Bas! Het is hilarisch én een beetje pijnlijk tegelijkertijd. De spinaziequiche, de spelletjesavond (Dungeons and Dragons, uiteraard) en de Bastognekoeken met thee: Klikbeet maakt mijn leven belachelijk. (Gelukkig heb ik geen Clio, maar een Mash.)

Burgerlijkheid wordt vaak gelijkgesteld aan middelmatigheid en sleur. Middelmatig en saai zijn, dat wil toch niemand? Precies! ‘Sommige mensen nemen genoegen met middelmatigheid,’ zegt Vex King in Good Vibes, Good Life (2020). ‘Ze talen niet naar een grootser leven dat verdergaat dan wat voor de meesten als de norm geldt. […] Dit boek vraagt van je dat je nu metéén aan je betere zelf begint te werken.’ Leven volgens de middelmatige norm – burgerlijkheid, dus – is not done. Het burgerlijk leven heeft zelfs zo’n slecht imago ‘dat men in elk geval veinst deze transformatie te betreuren,’ als de eerste stap naar een burgerlijke levensstijl is gezet (aldus NRC).

Ook ik heb mezelf daarop betrapt. Het schemert natuurlijk door in deze blogpost, maar kwam nog veel duidelijker naar voren toen er plotseling gesprekken ontstonden in een appgroep die al jaren niet meer zo levendig is, behalve op verjaardagen. ‘Hoe gaat het eigenlijk met iedereen?’ vroeg de een. ‘Net afgestudeerd, dus nu Koos Werkloos aan het zijn,’ antwoordde een ander. ‘Elke dag solliciteren en proberen m’n dagen door te komen met veel wandelen en lezen en Netflixen, haha, beetje triest als ik het zo opnoem eigenlijk.’ Ik praatte mee en dekte snel mijn eigen saaiheid in: ‘M’n vriend en ik hebben een appartement gekocht vorig jaar, lekker burgerlijk, haha.’ (Blijkbaar is ‘haha’ het woord dat je moet hebben als je doet alsof je je schaamt voor je burgerlijkheid.)

Dat moet anders, vind ik. Vanaf nu kom ik ervoor uit: ik ben burgerlijk en daar ben ik trots op. Middelmatigheid is namelijk helemaal niet erg. Het is wel comfortabel, eigenlijk, en geruststellend: ik hoef niet uitzonderlijk te zijn, want de gewoonheid van mijn dagelijks leven is goed genoeg. ‘Ja maar,’ roept Vex King in mijn hoofd, ‘verleg je grenzen! Beproef jezelf! Wees de beste versie van jezelf!’ Ik maan hem tot stilte. Een grootser leven lijkt een mooi streven, maar als puntje bij paaltje komt klinkt ‘elke dag beter moeten zijn dan je gisteren was’ eerlijk gezegd nogal vermoeiend. (En, niet onbelangrijk, als een recept voor een hoop teleurstelling en een flinke burn-out.) En die sleur dan? Als ‘sleur’ inhoudt dat ik tevreden ben met de huidige status quo, wil ik daar maar al te graag in leven.

Lang leve ANWB-jassen en wasdrogers! Driemaal hoezee voor spinaziequiche en spelletjesavonden! Een hoeraatje voor boeken lezen op de bank! Eerlijk is eerlijk: wie wil er nou geen Bastognekoeken en thee?

(Voor alle burgerlijke bakkers onder ons: Bastognekoeken zijn nog veel lekkerder in truffelvorm met een laagje witte chocolade, volgens dit simpele recept van Laura’s Bakery. Aanrader!)

Mijn Bastognetruffels!
Getagd , , ,

Over Kirsten

Kirsten | Kers | docent | classica | scare actor | bookdragon | amateur-musicalactrice | schakelbrommerrijder | chocoladeliefhebber | Dungeons and Dragons-nerd | kattenmens | fan van lijstjes | controlfreak |
Bekijk alle berichten van Kirsten →

6 gedachten over “Ode aan burgerlijkheid (en Bastognekoeken)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *